Advocaten hebben een emotionele band met hun toga: “Fier om hem te mogen dragen”
Antwerpen - Na een rustige periode op de rechtbank is sinds de start van het gerechtelijk jaar vorige week de hectiek weer volop losgebarsten. Maar hoe zit het nu eigenlijk met die toga’s waarin er voor de rechtbank gepleit wordt? Hoeveel verslijt je er als advocaat, hoe belangrijk zijn ze en wanneer draag je ze wel of niet? Vier advocaten aan het woord over de band met hun toga.
Maud Vosters (25): “Een jaar aan de balie, al twee knopen verloren”
Aan de balie sinds: 2023
Hoeveelste toga: eerste
“Ook al ben ik nog stagiair, ik heb al heel veel zaken kunnen pleiten. Dat betekent dat mijn toga al veel gebruikt is, ook al is hij amper een jaar oud. Ik heb hem online besteld in de vakantieperiode omdat ik te ongeduldig was om te wachten tot die winkel weer openging. Op de website stond een tabel met de maten om te kunnen zien welke goed zou passen. Ik wil mijn toga niet te klein omdat ik genoeg bewegingsvrijheid wil hebben om weidse armgebaren te maken als ik aan het pleiten ben. In de winter doe je er ook dikkere kleren onder aan.”
“Voor ik mijn eigen toga had, heb ik die van mijn vader al eens aangetrokken. Ik wilde op Instagram posten dat ik afgestudeerd was en klaar voor de volgende stap. Maar die toga was veel te groot, daar verzoop ik in. Normaal gezien is het de bedoeling dat iedereen zijn eigen toga draagt, maar het was gewoon even voor de foto. Mijn vader is aan zijn tweede toga toe omdat zijn eerste, die hij van zijn grootvader gekregen had, eens gestolen is in de rechtbank. Dat vond hij heel erg, vooral vanwege de emotionele waarde. Ik heb mijn eerste toga van mijn ouders gekregen voor mijn afstuderen. Die toga kostte 410 euro.”
“Mijn vader is veel slordiger met zijn toga dan ik. Ik probeer die ten minste netjes op te vouwen als ik met een Velo’ke naar het hof van beroep of de gevangenis ga. Al is het wel een keer gebeurd dat mijn toga even tussen de spaken zat, gelukkig zonder schade. Er zijn wel al twee knopen afgesprongen. Eentje heb ik teruggevonden op de grond, de andere niet. Soms moet het heel snel gaan in de rechtbank, dus ik denk dat het is gebeurd toen ik snel-snel die toga wilde aantrekken.”
“Een toga zorgt voor afstand tussen advocaat en cliënt. Je staat iemand bij, maar dat betekent niet dat je de daden van de cliënt goedkeurt. De zaak die mij het meest is bijgebleven, heb ik samen met mijn vader gepleit. We hebben een vrouw verdedigd die slachtoffer was van een drievoudige moordpoging. De rechtbank heeft onze visie op die zaak helemaal gevolgd. Al heeft de derde beklaagde wel beroep aangetekend.”
“Ik heb ondertussen geleerd dat je niet altijd het resultaat bekomt dat je voor ogen had. Maar als je voor je cliënt alles hebt gedaan wat je kunt, dan mag je dat jezelf niet verwijten en moet je het kunnen loslaten. Dat gebeurt voor een klein stukje al op het moment dat je je toga uittrekt. Voor mij voelt het vaak alsof er dan een last van mijn schouders valt.”
Jef Vermassen (77): “Ooit doosje waspoeder gekregen van de jury”
Aan de balie sinds: 1971
Hoeveelste toga: 4de
“Er wordt vaak gezegd dat je zal sterven als je aan je derde toga toe bent, maar ik draag ondertussen mijn vierde toga. Die heb ik cadeau gekregen van een bekende toga-winkel in Brussel. Ze wilden graag een foto van mij in de winkel hangen en dat vond ik geen probleem, toen hebben ze mij een nieuw exemplaar gegeven met mijn naam erin geborduurd. Ik ben aan mijn laatste decennium bezig als advocaat, maar ik loop er dus bij als een stagiaire in een nieuwe toga. Dat is wel grappig.”
“Zo’n eerste toga verslijt snel. Je pleit veel zaken, bent altijd onderweg en sleurt die toga overal mee naartoe. Als je aan je tweede of derde toga toe bent, laat je al vaker medewerkers pleiten dus die verslijt minder snel. Veel confraters zien het ook wel als een statussymbool dat hun toga sporen van slijtage vertoont, dat wil zeggen dat je al veel ervaring hebt. Zelf heb ik ondertussen 120 assisenzaken gepleit. Ik vervang een toga pas als die volledig kapot is. Ik heb daar nog een mooie anekdote over. Na een assisenzaak over een partnermoord in Tongeren, kreeg ik via de deurwaarder het bericht dat de jury iets wilde afgeven. De jury mag tijdens een proces geen contact hebben met de partijen, maar de uitspraak was al achter de rug. Ze hebben me een doosje waspoeder gegeven met een vriendelijk briefje erbij: dat ze de hele week hadden moeten kijken naar de koffievlek op het befje van mij toga en dat ze mij daarom een doosje waspoeder cadeau wilden doen. Uiteindelijk heb ik die toga maar vervangen.” (lacht)
“Toen ik jong was, was ik geen voorstander van toga’s. Als mei 68’er uit Leuven vond ik dat achterhaald. Maar ik ben het gaan waarderen. Je ziet meteen wie cliënt is en wie advocaat, wat bij jonge confraters anders voor verwarring kan zorgen en dat is pijnlijk. Iedereen is gelijk in een toga en het dwingt respect af. Je bent gedekt door je toga, men moet respecteren wat je zegt en mag je niet persoonlijk aanvallen. In Brussel zie je advocaten die de straat oversteken in hun toga om naar een andere rechtbank te gaan, maar elders gebeurt dat niet. Een toga is een beetje een statussymbool. Sommige advocaten willen zelfs opgebaard worden in hun toga, omdat ze zich zo vereenzelvigen met hun beroep, maar voor mij hoeft dat niet. Dat gaat me te ver.”
Leyla Top (42): “Ik raak steeds meer gehecht aan mijn toga”
Aan de balie sinds: 2005
Hoeveelste toga: eerste
“Je kunt de gebruikssporen duidelijk zien, maar na negentien jaar aan de balie gebruik ik nog steeds mijn eerste toga. Ze zeggen dat je in je derde toga met pensioen gaat, maar ik wil die van mij zo lang mogelijk houden. Ik was er zo fier op toen ik die eerste toga mocht aantrekken om erin te pleiten, pas dan voel je je echt advocaat. Het geeft je een boost.”
“Mijn broer Ergün is negen jaar ouder dan ik en hij was al advocaat toen ik nog studeerde. Maar ik heb niet voor die richting gekozen omdat hij al advocaat was, het zat ook echt in mij. Ik heb mijn toga in Brussel besteld, per fax, omdat mijn patron in Lier zijn toga daar ook gekocht had. Dat was een van de leukste pakjes ooit om te krijgen.”
“Koffiedrinken kan zeker met een toga aan, maar je zal er nooit mee eten. Als je de rechtszaal uitkomt, maak ik mijn toga meteen los. Als je naar buiten gaat, doe je hem uit of leg je hem over je arm. Het is niet de bedoeling om een toga ergens anders te dragen dan in de rechtbank. Als je je toga een keer vergeet, kun je er voor een paar euro een huren bij het baliesecretariaat of je kunt er een lenen van collega’s, maar dat voelt toch anders dan je eigen toga. Ik heb één keer meegemaakt dat het snikheet was in de rechtbank in Mechelen. Toen heeft de rechter gezegd dat de togaplicht verviel omdat het anders niet te doen was.”
“Voor mij geeft het dragen van die toga rust. In een van mijn eerste grote zaken stond ik een moeder bij van een kind dat niet erkend was door de biologische vader. De vader wilde een omgangsregeling, maar de moeder was doodsbang voor hem en was helemaal aan het beven. Ik kon haar geruststellen omdat ik me heel kalm voelde in mijn toga, die gaf me vertrouwen. Tijdens mijn pleidooi is die man nog dreigend rechtgestaan, maar de rechter heeft geoordeeld dat er geen omgangsregeling kwam omdat dat niet in het belang was van het kind. Het was een van mijn eerste overwinningen.”
“Al die zaken en herinneringen draag je mee in je toga. Ik vind het charmant dat je ziet dat mijn toga al veel gebruikt is, dat maakt hem mooier. Ik raak steeds meer gehecht aan mijn toga, dus nee, ik zal niet snel een nieuwe kopen.”
Frédéric Thiebaut (44): “Ik ben fier om mijn toga te mogen dragen”
*Aan de balie sinds: 2003
Hoeveelste toga:** tweede
“Vijf jaar geleden mocht ik de openingsrede geven bij de start van het gerechtelijk jaar en toen heb ik beslist om een nieuwe toga te kopen. Mijn eerste toga was tot op de draad versleten. Op het zitvlak was de stof zo dun geworden dat er gaten in vielen. Het was bijna zo’n jas van een rokkostuum geworden, met twee flappen achteraan, dat kon niet meer. Ik heb mijn eerste toga nog uiteraard. Ik zal die nooit wegdoen en als mij iets overkomt, mogen ze die meegeven in de kist.”
“Ik heb mijn eerste toga van mijn ouders gekregen na mijn studie, om de eed in te kunnen afleggen als advocaat. Ik heb die besteld en mijn afmetingen doorgeven en hij paste perfect. Ik heb gekozen voor een lichte stof omdat ik graag genoeg bewegingsvrijheid wil hebben. Ik ga altijd in kostuum en met das naar de rechtbank, maar onder mijn toga doe ik mijn jasje uit anders wordt het wel heel warm. Noem me ouderwets, maar ik ben niet zo’n fan van sneakers onder een toga, ik vind dat niet passen.”
“Het gebeurt dat ik mijn gsm of mijn sleutels kwijt ben, maar mijn toga ben ik nooit kwijt. Soms ligt hij op kantoor en heb ik geen tijd om hem op te halen als ik snel naar de rechtbank moet, maar in geval van nood huur ik er dan een, al is dat minder comfortabel. Een toga verdient wel wat eerbied, ik ben fier om die te mogen dragen. Als je een toga aantrekt voor een zwaar pleidooi of een gevoelige zaak, dan voelt het alsof die je kracht geeft. Vergelijk het met een harnas. Ik vind het mooi dat alle advocaten gelijk zijn in een toga. Een toga belichaamt de essentie van ons beroep. We moeten als advocaat op een integere manier ons werk doen en de belangen van de cliënt vooropstellen.”
“Mijn kinderen van 12, 10 en 8 jaar zien mij nooit in toga, want je draagt die alleen in de rechtszaal. Ik heb één uitzondering gemaakt toen het beroependag was op hun school, toen heb ik die even aangetrokken om te laten zien hoe dat eruitzag. Die kinderen wisten niet wat ze zagen, één jongen dacht dat ik een priester was. Niet dus.”
“Ik heb een medewerkster gehad die haar toga eens te snel in de kofferbak van de auto had gegooid. Haar epitoga, met dat randje bont, hing buiten te bungelen voor het nummerbord. Ik heb een foto gemaakt en er als grap bij gezet: zo kun je dus ook ontsnappen aan snelheidsboetes.”
**De togawinkel van Antwerpen: “Alles wordt hier met de hand gemaakt”***
In Antwerpen is kledingzaak Albert in de Anselmostraat een begrip als het op toga’s aankomt. Mark Van Hove (54) is de derde generatie in de zaak, die in 1928 door zijn grootvader werd opgericht. “We maken meer dan 150 toga’s per jaar”
In de winkel hangen verscheidene ‘pasmaten’, maar Mark Van Hove – met lintmeter rond zijn nek – past die standaardmaten altijd nog aan op het postuur van de advocaat die voor hem staat. “Officieel moet een toga 30 tot 35 centimeter boven de grond hangen, maar als iemand heel klein is, mag het niet te lang vallen en als iemand wat breder is, juist niet te kort. Ook de borstomtrek kan wat breder of smaller zijn, dus we kijken altijd naar de perfecte toga voor de persoon die voor ons staat.”
Mark Van Hove weet dat 495 euro per toga niet goedkoop is, maar alle toga’s worden met de hand gemaakt en hij gebruikt ook nog de antieke knopenmachine van zijn vader. “Zie je al die plooitjes op de schouders en op de rug? Dat noemen we strossen. Het witte stukje stof vooraan heet het befje en de twee langere stukken, afgewerkt met konijnenbont, dat is de epitoga. Vroeger werd daar hermelijn voor gebruikt, maar dat is ondertussen verboden. Als iemand geen konijnenbont aan zijn toga wil, dan gebruiken we nepbont.”
Er worden in de Anselmostraat meer dan 150 toga’s per jaar gemaakt met een voor de zaak speciaal geweven stof, een mix van wol en polyester. Voor de dames is het witte kraagje afneembaar dankzij de velcro strips, zodat het kraagje apart gewassen kan worden als er make-up vlekken op komen. In de toga zit één echte zak en één doorsteekzak, een gat dus, om nog iets uit je broekzak te kunnen halen. Een toga één keer per jaar naar de stomerij brengen, is meer dan genoeg.
“Als je er respectvol mee omgaat, gaat een toga ook heel lang mee. De kraag en de mouwen verslijten soms wel en verkleuren ook, maar we kunnen ook alleen die stukken vernieuwen”, zegt Mark Van Hove.
Een leuke anekdote is dat er ooit een kluis gestolen werd uit het gemeentehuis van Kapellen. Die kluis werd naar buiten gesleept op een toga van ons, die de dief daar had gevonden, dan weet je dat het om een slijtvaste stof gaat”, lacht Van Hove.
Toga’s zijn door Napoleon Bonaparte verplicht gemaakt voor rechters en advocaten. Zo werd iedereen gelijk behandeld in de rechtbank. Bij Albert maken ze ook de toga’s van de universiteitsprofessoren, inclusief die van de nieuwe rector.
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elke reproductie dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2public.